Statuten

Landelijke Rijvereniging & Ponyclub Veendam en omstreken

 

Inhoudsopgave:

Artikel   1:       Naam, zetel en duur

Artikel   2:        Doel

Artikel   3:        KNHS

Artikel   4:        Leden

Artikel   5:        Algemene rechten en verplichtingen

Artikel   6:       Einde lidmaatschap

Artikel   7:        Straffen

Artikel   8:        Het bestuur

Artikel   9:        Taken en bevoegdheden bestuur

Artikel 10:        Vertegenwoordiging

Artikel 11:        Commissies

Artikel 12:        Algemene vergadering

Artikel 13:        Bijeenroeping algemene vergadering

Artikel 14:        Toegang algemene vergadering

Artikel 15:        Agenda

Artikel 16:        Besluiten

Artikel 17:        Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten

Artikel 18:        Boekhouding en financiën

Artikel 19:        Rekening en verantwoording

Artikel 20:        Reglementen

Artikel 21:        Wijziging van statuten

Artikel 22:        Ontbinding en vereffening

Artikel 1 - Naam, zetel en duur

  1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid draagt de naam: Landelijke Rijvereniging & Ponyclub Veendam en Omstreken. en wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: de vereniging. De vereniging werd opgericht op 27 februari 1927.
  2. De zetel van de vereniging is gevestigd te Veendam.
  3. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
  4. Het bestuur en de algemene vergadering zijn organen van de vereniging, alsmede die instanties en personen aan wie krachtens de statuten beslissingsbevoegdheid is toegekend.

Artikel 2 - Doel

  1. De vereniging stelt zich ten doel:
    1. het verkrijgen en behouden van het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (hierna aan te duiden als: KNHS);
    2. het (doen) beoefenen van de paarden- en/of ponysport in al zijn verschijningsvormen, met uitzondering van de draf- en rensport;
    3. het bevorderen van de paarden- en ponysport en de gezondheid en het welzijn van paarden en pony’s in Nederland in de ruimste zin des woords en rekening houdend met de vastgestelde gedragscodes;
    4. het bevorderen van de belangen van de leden.
  2. De vereniging zal haar doelstelling realiseren op een wijze die in de statuten en reglementen van de KNHS is toegestaan. De vereniging zal geen lid worden van een vereniging of samenwerken met een organisatie die niet door de KNHS is erkend.

Artikel 3 - KNHS

  1. De vereniging en de leden zijn lid van de KNHS.
  2. Een lid van de vereniging kan alleen lid zijn van de vereniging indien en zolang hij lid is van de KNHS. Indien de KNHS het lidmaatschap van het lid beëindigt, is de vereniging gehouden het lidmaatschap van het lid door opzegging met onmiddellijke ingang te beëindigen. Indien het lid zelf zijn lidmaatschap van de vereniging door opzegging beëindigt, eindigt daardoor tevens zijn lidmaatschap van de KNHS, tenzij het lid aansluitend uit andere hoofde lid blijft van de KNHS.
  3. De vereniging is verplicht binnen een maand na aanmelding bij de vereniging een door de vereniging toe te laten lid schriftelijk aan de KNHS op te geven.
  4. De vereniging en de leden ressorteren onder de regio(vereniging) die het Federatiebestuur van de KNHS heeft aangewezen. De vereniging is in de algemene vergadering van de regio (regiovergadering) vertegenwoordigd door een afgevaardigde die door de algemene vergadering van de vereniging wordt gekozen en benoemd.
  5. De vereniging en de leden ressorteren tevens onder de kring(vereniging) die het Federatiebestuur van de KNHS heeft aangewezen. De vereniging is in de algemene vergadering van de kring (kringvergadering) vertegenwoordigd door een vertegenwoordiger die door de algemene vergadering van de vereniging wordt gekozen en benoemd.
  6. Op de vereniging en de leden zijn van toepassing:
    1. de statuten, reglementen en besluiten van de KNHS;
    2. de statuten, reglementen en besluiten van de Fédération Equestre Internationale (FEI).
  7. Indien de vereniging of een lid van de vereniging in strijd handelt met het bepaalde in lid 6 kan de overtreding worden bestraft door het Tuchtcollege en in beroep door de Raad van Appèl van de KNHS overeenkomstig het bepaalde in het Tuchtreglement van de KNHS. Indien in strijd wordt gehandeld met het bepaalde in lid 6 onder b. kan de overtreding tevens worden bestraft door een orgaan van de FEI.
  8. De KNHS kan in naam van de vereniging of van een lid rechten bedingen. Tenzij een lid zich daartegen verzet kan de KNHS voor de vereniging en/of een lid nakoming van bedongen rechten en schadevergoeding vorderen. De KNHS kan bovendien ten laste van de vereniging en/of een lid verplichtingen aangaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer het aanvaarden en nakomen van verplichtingen welke de KNHS is aangegaan met betrekking tot sponsoring en de rechten van televisieregistraties en televisie-uitzendingen.

Artikel 4 - Leden

  1. Leden van de vereniging zijn natuurlijke personen. Leden, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, worden vertegenwoordigd door één der ouders of wettelijke vertegenwoordiger. Een lid kan slechts tot het lidmaatschap worden toegelaten indien hij tevens als lid tot de KNHS wordt toegelaten, tenzij het lid reeds uit andere hoofde lid is van de KNHS.
  2. De toelating tot de vereniging kan nader worden geregeld in een reglement.
  3. Het bestuur houdt een register van leden bij. In het register worden alleen die gegevens bijgehouden welke voor het realiseren van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn.
  4. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een persoon die zich voor de vereniging zeer verdienstelijk heeft gemaakt het predikaat 'erelid' verlenen.
  5. De vereniging kent donateurs die de vereniging financieel ondersteunen. Het bestuur beslist over de toelating van donateurs.
  6. De vereniging kent buitengewone leden die gebruik willen maken van de accommodatie. Het bestuur beslist over de toelating van buitengewone leden.

Artikel 5 - Algemene rechten en verplichtingen

  1. Leden van de vereniging zijn verplicht:
    1. de statuten en reglementen van de vereniging en de besluiten van organen van de vereniging na te leven;
    2. de statuten, reglementen en besluiten van de KNHS, de regiovereniging, de kringvereniging en van de FEI na te leven;
    3. de belangen van de vereniging en/of van de paardensport in het algemeen te bevorderen en deze niet te schaden;
    4. alle overige verplichtingen welke de vereniging in naam of ten behoeve van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
  2. Indien de statuten, een reglement of een besluit van de vereniging wordt overtreden, kan het bestuur een passende straf opleggen. Indien de overtreding betrekking heeft op het bepaalde in lid 1 onder b. is het bepaalde in artikel 3 lid 6 van toepassing. Is een overtreding zowel door de vereniging als door de KNHS en/of FEI strafbaar gesteld, dan kan elk met inachtneming van de eigen toepasselijke regels tot bestraffing overgaan.
  3. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan van de vereniging.
  4. De vereniging kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij een lid zich daartegen verzet, kan de vereniging voor een lid nakoming van bedongen rechten en schadevergoeding vorderen. De vereniging kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan.
  5. Indien een lid niet tijdig aan zijn financiële verplichtingen tegenover de vereniging heeft voldaan, is het lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd. Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in gebreke nadat het lid een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het desbetreffende lid behalve de wettelijke rente ook 15% aan buitengerechtelijke kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Volhardt het lid in diens verzuim, dan is het lid naast de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ook alle redelijkerwijs voor de inning van zijn schuld aan de vereniging door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders beslist.
  6. Leden zijn verplicht de gezondheid en het welzijn van aan wedstrijden deelnemende paarden te bevorderen, alsook te bevorderen dat aan wedstrijden deelnemende leden zich zoveel mogelijk onder gelijkwaardige omstandigheden met elkaar kunnen meten, waarbij noch voorafgaand noch tijdens een wedstrijd de door een deelnemend lid of diens paard te verrichten prestatie opzettelijk of onbewust mag worden beïnvloed door het gebruik of het toedienen van verboden middelen, als bedoeld in het Humaan Dopingreglement van de KNHS en in het Reglement Ongeoorloofde Middelen voor het paard. Het gebruik of doen gebruiken van verboden middelen is strafbaar.

Artikel 6 - Einde lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap van de vereniging eindigt door het overlijden van het lid, alsmede door opzegging of royement door de vereniging of opzegging door het verenigingslid.
  2. Een lid kan zijn lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar van de vereniging.
    Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:
    1. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van de vereniging;
    2. hem een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op hem van toepassing is. Het lidmaatschap kan niet met onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer het een wijziging van rechten en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.

In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

  1. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen tegen het einde van zijn boekjaar. Opzegging door de vereniging kan geschieden wanneer:
    1. het lid zijn verplichtingen tegenover de vereniging niet of niet tijdig nakomt, waaronder begrepen het niet nakomen van financiële verplichtingen tegenover de vereniging;
    2. het lid de belangen van de vereniging of van de paardensport schaadt;
    3. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen;
    4. de KNHS het lid het lidmaatschap opzegt.

Voorts kan de vereniging het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen beëindigen indien redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren en/of indien de KNHS het lid het lidmaatschap opzegt.

  1. Elke opzegging tegen het einde van het boekjaar geschiedt met inachtneming van een opzeggingstermijn van acht weken. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van het daaropvolgende boekjaar. Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn verplichtingen nakomen.
  2. Het bestuur is bevoegd een lid te ontzetten uit diens lidmaatschap (royement) wanneer het lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Het besluit tot royement wordt zo spoedig mogelijk door het bestuur aan het lid en aan het Federatiebestuur van de KNHS schriftelijk meegedeeld. Het lid kan binnen een maand na ontvangst van die mededeling in beroep gaan bij de algemene vergadering van de vereniging. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Tijdens zijn schorsing is het lid gehouden zijn verplichtingen na te komen en worden zijn rechten opgeschort, met uitzondering van het recht zich te verdedigen.
  3. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid zolang hij niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de vereniging, of zolang een aangelegenheid waarbij hij is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.

Artikel 7 - Straffen

  1. Het bestuur is bevoegd een lid te bestraffen dat in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 5.
  2. Het bestuur kan als straf opleggen:
    1. een berisping;
    2. de diskwalificatie;
    3. het te voet stellen;
    4. het uitsluiten van deelname aan activiteiten van de vereniging;
    5. het ontzeggen van het recht om één of meer in de straf genoemde functies voor een in de straf genoemde termijn in de vereniging uit te oefenen;
    6. schorsing;
  3. Een berisping, de schorsing en het royement kunnen niet tezamen met een andere straf worden opgelegd.
  4. Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend, met uitzondering van het recht om in beroep te gaan. Tijdens een schorsing kan de betrokkene niet aan wedstrijden deelnemen, noch enige functie in de vereniging uitoefenen.
  5. Een straf wordt schriftelijk aan het lid medegedeeld. In spoedeisende geval kan de straf voordien mondeling aan het lid worden medegedeeld. Een straf wordt in de officiële mededelingen gepubliceerd of rondschrijvend meegedeeld.
  6. Van een door het bestuur opgelegde straf kan de betrokkene binnen veertien dagen na de datum van oplegging van de straf in beroep gaan bij de algemene vergadering. Het beroep schort de ten uitvoerlegging van de straf op totdat de algemene vergadering heeft beslist.

 

Artikel 8 - Het bestuur

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie meerderjarige personen. De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de kascommissie.
  2. Het bestuur kent, indien het uit ten minste zeven meerderjarige personen bestaat, een dagelijks bestuur bestaande uit de voorzitter, de vice-voorzitter, de secretaris en de penningmeester. De voorzitter wordt in functie benoemd.
  3. Het bestuur of ten minste drie leden kunnen kandidaten stellen tot de datum waarop de agenda voor de algemene vergadering wordt verzonden.
  4. Bestuursleden worden benoemd voor de duur van drie jaar en kunnen aansluitend worden herbenoemd.
  5. Bestuursleden treden in functie de dag na hun benoeming en treden af aan het eind van de algemene vergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk op de eerstvolgende algemene vergadering voorzien.
  6. Na de benoeming van bestuursleden worden de taken van ieder bestuurslid vastgesteld, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
  7. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde met een twee derden meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Behalve wanneer de schorsing eindigt door een besluit tot ontslag, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door een besluit tot opheffing van de schorsing.
  8. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken en door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming. Voorts eindigt het lidmaatschap van het bestuur door benoeming tot lid van de kascommissie van de vereniging.

Artikel 9 - Taken en bevoegdheden bestuur

  1. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
  2. Het bestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken door commissies of personen doen uitvoeren.
  3. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering bijeen te roepen om in de vacature(s) te voorzien.
  4. Het bestuur ziet in de vereniging toe op het naleven van de statuten, reglementen en besluiten van zowel de vereniging als van de KNHS, de regiovereniging en de kringvereniging en van de FEI. Indien de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging niet in een situatie in de vereniging voorzien, beslist het bestuur welk besluit van kracht blijft totdat de algemene vergadering anders heeft beslist.
  5. Het bestuur is na voorafgaande goedkeuring door de algemene vergadering bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor en schuld van een ander verbindt.

Artikel 10 - Vertegenwoordiging

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.
  2. De vereniging wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur.
  3. Het bestuur of de twee gezamenlijk handelende bestuursleden kunnen een lid of een derde schriftelijk machtigen om de vereniging te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken.
  4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en van de twee gezamenlijk handelende bestuursleden kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
  5. Personen aan wie op grond van hetzij deze statuten, hetzij een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen, waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten.

Artikel 11 - Commissies

  1. Het bestuur en de algemene vergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
  2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of een reglement is geregeld, worden deze vastgesteld door het bestuur onderscheidenlijk de algemene vergadering. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
  3. Tenzij in de statuten of een reglement anders is bepaald of bij besluit anders wordt besloten, bestaat een commissie uit drie leden. De leden van een permanente commissie worden telkens benoemd voor de duur van drie jaar en kunnen aansluitend tweemaal voor een zelfde periode worden herbenoemd. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
  4. Tenzij anders is bepaald of besloten, wordt de voorzitter van een commissie in functie gekozen. De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de overige functies.
  5. De kascommissie bestaat uit twee leden, die door de algemene vergadering jaarlijks worden benoemd. De kascommissie is belast met het onderzoek als vermeld in artikel 19. Het lidmaatschap van de kascommissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur.
  6. De kascommissie kan, wanneer haar onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis vereist, zich voor rekening van de vereniging door een deskundige doen bijstaan. De kascommissie overlegt vooraf met het bestuur over de daaraan verbonden kosten. Bereiken zij hierover geen overeenstemming dan beslist de algemene vergadering.

Artikel 12 - Algemene vergadering

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
  2. De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen van de algemene vergadering.
  3. De algemene vergadering bestaat uit alle leden van de vereniging.
  4. Leden die niet geschorst zijn, hebben toegang tot de vergadering van de algemene vergadering en zijn stemgerechtigd.
  5. De algemene vergadering benoemt voor de vereniging de leden die de vereniging in de regiovergadering en in de kringvergadering van de KNHS vertegenwoordigen. Het aantal door de vereniging te benoemen ledenraadsleden wordt bepaald in de statuten of reglementen van de KNHS.
  6. Het bestuur en ten minste drie leden kunnen kandidaten stellen voor de in lid 5 bedoelde afgevaardigde(n) en vertegenwoordiger(s).
  7. Van het verhandelde tijdens de algemene vergadering worden door een door het bestuur aangewezen persoon notulen gemaakt die op de volgende algemene vergadering worden vastgesteld.

Artikel 13 - Bijeenroeping algemene vergadering

  1. Jaarlijks wordt er één algemene leden vergadering gehouden.De vergadering moet uiterlijk voor dertig juni worden gehouden.

De bijeenroeping gebeurt door een mededeling in de officiële mededelingen of door een schriftelijke oproep aan de leden.

  1. De termijn van oproeping bedraagt ten minste drie weken. Het bestuur kan in bijzondere gevallen de termijn van oproeping bekorten.
  2. Een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden indien het bestuur dit nodig acht.
  3. Voorts wordt een buitengewone algemene vergadering gehouden indien ten minste zoveel leden als bevoegd zijn tot het doen uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering het bestuur daarom verzoekt. Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Indien het bestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een algemene vergadering bijeen te roepen, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept of bij advertentie in een landelijk veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.
  4. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het bestuur waar en wanneer een vergadering van de algemene vergadering wordt gehouden.

Artikel 14 - Toegang algemene vergadering

  1. Toegang tot de openbare vergadering van de algemene vergadering hebben:
    1. de leden;
    2. degenen die door het bestuur of door de algemene vergadering zijn toegelaten.
  2. Leden die geschorst zijn hebben geen toegang tot de algemene vergadering.
  3. Vergaderingen van de algemene vergadering zijn openbaar. De algemene vergadering gaat in een besloten vergadering over indien de voorzitter, het bestuur of ten minste tien leden hierom verzoeken. Tot een besloten vergadering hebben toegang alle niet‑geschorste leden en degenen die door de algemene vergadering worden toegelaten.
  4. De algemene vergadering beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot het aanvragen van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten vergadering rechtvaardigen. Is dit niet het geval dan wordt de vergadering in het openbaar voortgezet.
  5. Over wat in een besloten vergadering is behandeld kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.

Artikel 15 - Agenda

  1. De agenda van de algemene vergadering wordt ten minste drie weken voor de dag van de algemene vergadering ter kennis van de leden gebracht door publicatie in de officiële mededelingen of door toezending aan de leden.
  2. De agenda van de jaarsvergadering bevat in ieder geval:
    1. de notulen van de vorige vergadering van de algemene vergadering;
    2. het jaarverslag van het bestuur;
    3. het financieel verslag van het bestuur;
    4. de verklaring van de kascommissie;
    5. het vaststellen van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;
    6. het vaststellen van contributies en andere bijdragen;
    7. het vaststellen van de begroting voor het volgend boekjaar;
    8. het benoemen van een afgevaardigde naar de regiovergadering van de regio van de KNHS;
    9. het benoemen van een vertegenwoordiger naar de kringvergadering van de kring van de KNHS;
    10. de rondvraag.
  3. Uiterlijk twee weken voor de dag van de vergadering van de algemene vergadering kunnen ten minste drie leden voorstellen aan de agenda toevoegen.
  4. Het bestuur is bevoegd later ingekomen voorstellen, alsmede eigen voorstellen alsnog op de agenda te plaatsen.
  5. De algemene vergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld, tenzij de algemene vergadering bij meerderheid anders beslist.

Artikel 16 - Besluiten

  1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de vereniging worden genomen. Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de algemene vergadering.
  2. De voorzitter van een orgaan of commissie leidt de vergadering. De voorzitter stelt daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.
  3. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de door stemgerechtigde leden uitgebrachte stemmen, zo nodig door afronding naar boven. Indien stemmen staken is geen meerderheid behaald.
  4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht namens een geschorst lid, en voorts wanneer schriftelijk is gestemd blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
  5. Tenzij in de statuten anders is bepaald, brengt ieder lid in de desbetreffende vergadering één stem uit. Ieder lid kan één ander lid schriftelijk een volmacht verlenen om namens hem in een vergadering zijn stem uit te brengen. Een stemgerechtigd lid kan slechts door één ander stemgerechtigd lid worden gemachtigd.
  6. Een lid heeft geen stemrecht over zaken, die hem, zijn echtgenoot of één van zijn bloed- of aanverwanten in rechte lijn betreffen.
  7. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd indien een lid een schriftelijke stemming verlangt.
  8. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een twee derden meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd is die kandidaat die bij de tweede of de derde stemming de gewone meerderheid haalt, of door loting na een derde stemming is aangewezen.
  9. Indien bij een stemming over personen er slechts één kandidaat is, wordt over die kandidaat gestemd en is deze benoemd indien bij de stemming de gewone meerderheid wordt behaald.
  10. Bij een schriftelijke stemming benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden, die geen bestuurslid mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, berekent de uitslag en doet daarvan mededeling.
  11. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of ‑ wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde - een stemgerechtigd lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

Artikel 17 - Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten

  1. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.
  2. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.
  3. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.
  4. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet over de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
    1. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het totstandkomen van het besluit regelen;
    2. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid;
    3. wegens strijd met een reglement.
  5. Tot de in lid 4 bedoelde bepalingen behoren niet die welke de voorschriften bevatten, waarop in lid 2 wordt gedoeld.
  6. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.
  7. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in lid 4 onder a., kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd. Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk zodra een vordering tot vernietiging aanhangig is. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.

Artikel 18 - Boekhouding en financiën

  1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: contributies, heffingen, bijdragen en andere inkomsten. Erfenissen kunnen slechts worden aanvaard na boedelbeschrijving.
  3. De algemene vergadering stelt de contributies vast. De leden zijn gehouden tot betaling van de vastgestelde contributie, heffingen en andere bijdragen. Ereleden zijn vrijgesteld van het betalen van contributie.

 

Artikel 19 - Rekening en verantwoording

  1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
  2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de vereniging te maken en op papier te stellen.
  3. Het bestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden algemene vergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Deze stukken worden ondertekend door alle bestuursleden. Heeft een bestuurslid de stukken niet ondertekend dan wordt daarvan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
  4. De algemene vergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen door het stellen van een nieuwe termijn. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
  5. De controle op de in lid 3 genoemde stukken geschiedt jaarlijks door de door de algemene vergadering benoemde kascommissie. Het bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
  6. Goedkeuring door de algemene vergadering van de balans en de staat van lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de verklaring van de kascommissie. Goedkeuring strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken.
  7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd kunnen ‑ met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten ‑ de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
  8. Het bestuur is verplicht de in lid 1 en 3 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
  9. De verplichting tot het bewaren van de boeken, bescheiden en gegevensdragers geldt ook na ontbinding van de vereniging gedurende een termijn van zeven jaren na de datum waarop de vereniging heeft opgehouden te bestaan.

Artikel 20 - Reglementen

  1. De organisatie van de vereniging en ook de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen, die niet in strijd met de statuten mogen zijn.
  2. De algemene vergadering stelt de reglementen vast en wijzigt deze.
  3. Reglementen worden met een gewone meerderheid vastgesteld en gewijzigd door de algemene vergadering. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen treden in werking op de dag dat de vaststelling van het reglement of van de wijziging aan de leden bekend wordt gemaakt, tenzij de algemene vergadering een andere datum vaststelt.
  4. In gevallen waarin de statuten en een reglement niet voorzien, beslist het bestuur.

Artikel 21 - Wijziging van statuten

  1. In de statuten van de vereniging kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. Een statutenwijziging mag niet in strijd zijn met de statuten en reglementen van de KNHS en van de desbetreffende regiovereniging en kringvereniging van de KNHS.
  2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten uiterlijk drie weken vóór de algemene vergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de algemene vergadering wordt gehouden.
  3. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts op een algemene vergadering met ten minste twee derden van de uitgebrachte geldige stemmen worden genomen.
  4. Het bepaalde in lid 2 en 3 is niet van toepassing indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
  5. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd, dat bevoegd is de vereniging te vertegenwoordigen. Het bestuur doet van deze laatste datum mededeling aan de leden in de officiële mededelingen.
  6. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister, waarin de vereniging is ingeschreven.

Artikel 22 - Ontbinding en vereffening

  1. Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal te houden algemene vergadering. Het bepaalde in artikel 21 is van overeenkomstige toepassing.
  2. Indien de algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging heeft besloten, treden de bestuursleden als vereffenaar op, tenzij de algemene vergadering de vereffening aan een derde opdraagt. De te benoemen vereffenaars behoeven de voorafgaande goedkeuring van het Federatiebestuur.
  3. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, wordt aan de naam toegevoegd "in liquidatie".
  4. De algemene vergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de vereniging zal bewaren tot zeven jaar na afloop der vereffening. De algemene vergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen.
  5. Tenzij de algemene vergadering anders beslist, vervalt het batig saldo aan een vereniging met een overeenstemmend doel of anders aan de KNHS.


Overgangsbepalingen:

Voor de eerste maal worden tot bestuurslid van de vereniging benoemd:

............, in de functie van voorzitter

............, in de functie van vice-voorzitter

............, in de functie van secretaris

............, in de functie van penningmeester

............, in de functie van bestuurslid

............, in de functie van bestuurslid

............, in de functie van bestuurslid

Vastgesteld in de algemene vergadering op 26 maart te Veendam

Binnenkort

Er zijn geen komende evenementen

Aangesloten bij

knhs Stichting veilige Paardensport

Bezetting Rijhal

Hal bezet:

Adres

Logo

 

Fauna 4-6, 9642 LX Veendam

06 - 20 38 09 50
e-mail
Ma. t/m zo. 07:00 - 22:00
(direct naar lestijden / bak bezet)